Traditioneel parket op vloerverwarming.

Steeds vaker worden parket en vloerverwarming met elkaar in “contact” gebracht. Dit is niet verwonderlijk. De combinatie zorgt voor een behaaglijke
vloer met een warme en natuurlijke uitstraling. Om de consument te laten genieten van deze combinatie, is het wel zaak voor de parketspecialist om
bepaalde voorzorgsmaatregelen te nemen. Wij, als Parketfabriek Lieverdink, willen met deze handleiding u en uw consument een leidraad geven die er zorg
voor draagt de kleine risico’s, die deze combinatie met zich mee kan brengen, tot een minimum te beperken.

Bij deze vorm liggen de verwarmingsbuizen in de afwerkvloer, meestal zand/cement of anhydriet. Deze afwerkvloer dient te voldoen aan NEN2741. Daarnaast moet de vereiste
theoretische geleidingsweerstand tussen de 0,10 – 0,12 M² K/W liggen. Een belangrijk aspect is de dekking van de afwerklaag boven de vloerverwarmingleiding, deze moet minimaal 3 cm zijn in verband met sterkte en warmtespreiding in de vloer. Een grotere dekking is niet wenselijk uit het oogpunt van regelbaarheid van de verwarming.
De zand/cement – of anhydriet afwerkvloer kan rechtstreeks op de constructievloer aangebracht zijn, een zogenaamde vaste dekvloer. In dit geval is de constructievloer
aan de onderkant voorzien van een thermische en zonodig dampremmende isolatie. Bij een zwevende dekvloer dient er onder deze dekvloer een thermische – of
thermisch – akoestische isolatielaag van voldoende hardheid zijn aangebracht. Deze dient als vochtblokkade, voorkomt warmteverlies naar de fundering en kruipruimte en
beperkt geluidsoverdracht in gestapelde bouw.

Bij deze vorm zijn er veel minder randvoorwaarden dan bij de “natte” systemen. Op de vlakke (constructie) vloer worden isolatie/draagplaten van polystyreen of
karton gelegd. Hierin worden warmtegeleidingplaten voorzien van goten aangebracht, waar de kunststof verwarmingsbuizen in komen te liggen. De
verwarmingsbuizen worden daarna afgedekt met een afwerkvloer, bijvoorbeeld Fermacell – platen.
Het nadeel van dit systeem is dat het aanmerkelijk duurder is dan het natte systeem, waardoor het droogbouw systeem voornamelijk in renovatieprojecten wordt
toegepast.

Deze zwakstroomverwarming wordt aangebracht in een dikke strijklaag of in microbeton. Er bestaan ook systemen die in matten op de dekvloer worden gelegd.
Een nadeel van deze vorm is dat er grote temperatuurverschillen kunnen ontstaan. De laatste tijd zijn er nieuwe, verbeterde varianten op de markt gekomen die ook
plaatselijk kunnen verwarmen. Omdat deze vorm van verwarmen, in verhouding tot verwarmen met behulp van aardgas, hoge energiekosten geeft, komt de combinatie
met parket nauwelijks voor. Deze verwarming wordt voornamelijk toegepast in kleine, niet permanent verwamde vloeren, zoals in badkamers. Bij de juiste verlegging van
de verwarmingsmatten is de vloertemperatuur zeer egaal en goed regelbaar.

De voor en nadelen van vloerverwarming onder een houten vloerafwerking moeten goed worden afgewogen. Om te beginnen voelt een houten vloerafwerking zonder vloerverwarming, in
verhouding tot een stenen vloer, niet koud aan bij het belopen met blote voeten. Dit heeft te maken met de lage warmtegeleidingcoëfficiënt van hout. Een belangrijke
consequentie van vloerverwarming is, dat de temperatuur van de verwarming gedurende het stookseizoen maar geleidelijk mag variëren, om krimp en zwelling van
het hout (en daardoor scheuren!) te voorkomen. Wij raden dan ook aan een H.R. – ketel aan te schaffen met modulerende eigenschappen, die er zorg voor draagt, dat
uw vloerverwarming optimaal wordt gebruikt en hoge warmtepieken vermijdt. Snelle en/of grote wisselingen in de temperatuur van het water zijn niet aanvaardbaar en
brengen schade toe aan uw parketvloer!
Uw verwarmingsspecialist kan u hierbij adviseren. Verder mogen op een houten vloerafwerking met vloerverwarming geen losse kleden of karpetten worden gelegd, warmteophoping geeft “verstikking” en mogelijk extra krimp. Ook kasten die tot onderaan gesloten zijn, hebben een isolerende werking, waardoor het hout extra wordt opgewarmd.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van vloerverwarming in combinatie met een parketvloer, is het nodig om het onderstaande uitvoeringsprotocol te volgen. Indien
aan deze spelregels wordt voldaan, wordt het risico tot een minimum beperkt.

• Bij natte systemen (buizen in cement/beton/anhydriet) dient de vloer een week per cm afwerkvloerdikte met een minimum van 4 weken te drogen c.q. uit te harden alvorens te starten met     verwarmen.
• Bij droogbouw systemen kunt u binnen 24 uur gewoon het systeem starten en gelijk beginnen met de montage van de parketvloer. Uiteraard dient u tijdens de montage de vloer niet te verwarmen.
Tabel A geeft indicaties voor het maximale vochtgehalte bij het aanbrengen van de parketvloer.

A: Ondergrond Vochtgehalte
Nederland
Cementgebonden dekvloer hoogstens 1,8% CM
Anhydriet dekvloer hoogstens 0,3% CM
Spaanplaat 5 tot 12% (massa)

• Het water van de vloerverwarming verwarmen tot 20ºC.
• Gedurende vijf achtereenvolgende dagen de temperatuur van het water verhogen met telkens 5ºC per dag tot de maximale werktemperatuur van 40ºC.
• Daarna de temperatuur van het water van de vloerverwarming verlagen met 5ºC per dag tot 20ºC. Bij een vaste dekvloer is het stapsgewijze
verlagen van de temperatuur niet perse nodig, ook kunnen er 5 rustdagen in acht genomen worden.
• Bovenstaande cyclus eenmaal herhalen!

• De houten delen moeten gedurende 3 tot 7 dagen acclimatiseren onder de gebruikelijke omstandigheden van de ruimte of omgeving waar ze komen te liggen. Tijdens dit acclimatiseren mag de temperatuur niet lager zijn dan 10ºC en niet hoger dan 20ºC. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 45 en 60% liggen.
• Schakel de vloerverwarming uit tijdens het aanbrengen van de houten vloerafwerking (en het eventuele voorstrijkmiddel en/of de eventuele egalisatielaag).
• Gebruik een lijm die volgens de lijmfabrikant geschikt

• MINIMAAL drie tot zeven dagen wachten.
• De temperatuur van het water verhogen (volgens bovenstaand schema) tot de maximale watertemperatuur van 40ºC.
• De temperatuur van het vloeroppervlak mag hoogstens 28ºC bedragen.
• Tijdens het stookseizoen de temperatuur van de vloer en het water geleidelijk laten variëren ( een HR ketel doet dit automatisch!) en geen nachtverlaging toepassen.

Om de bestaande risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten, is het noodzakelijk te zoeken naar een geschikt type parket.
De meest geschikte soorten parket op vloerverwarming zijn rechtstreeks gelijmde, conventionele parketvloeren zoals mozaïek, 2 – laags parket of de nieuwe generatie
tapisvloeren, zoals Equi. Dit type parketvloeren zijn relatief dun en hebben de laagste isolatiewaarden, m.a.w. geven de warmte het beste door.
Toepassing van 6 of 9 mm tapisvloeren zijn ook mogelijk, doch hierbij bestaat de kans op geringe naadvorming. In geval van tapis is het is beter om een Eiken
mozaïekvloer als tussenvloer te gebruiken, omdat de warmte – isolatie minder is ten opzichte van spaanplaat.
Wij adviseren het te leggen parket minimaal 1 week van te voren te leveren en te verspreiden in de te beleggen ruimte, zodat het goed kan acclimatiseren.

Om te beginnen is de keus natuurlijk vrij, maar sommige houtsoorten zijn stabieler dan andere.
Er zijn zelfs houtsoorten die niet aan te raden zijn op vloerverwarming. De minst vochtgevoelige houtsoorten zijn het meest geschikt voor vloerverwarming. Dit zijn de
traditionele houtsoorten zoals Eiken, Merbau, Afzelia, Afrormosia, Panga-Panga, Padoek, Wengé, Teak, Kambala. Beuken, Guatambu, Essen, Robijn en Maple zijn niet aan te raden op
vloerverwarming.

Bij natte systemen geniet het de voorkeur om een vochtscherm aan te brengen op de cementdekvloer. Het is bekend dat er vloerverwarmingsbuizen op de markt zijn die in
de loop der jaren poreus kunnen worden en vocht gaan afgeven aan de cementdekvloer. Dit is pertinent niet het geval bij buizen met KOMO keur!
Let op: na het aanbrengen van een vochtscherm kan er meestal alleen met polyurethaan – of polymeerlijmen worden gewerkt!

In verband met verlijmen zijn zowel dispersie -, polyurethaan – als polymeerlijmen mogelijk. Wij adviseren het gebruik van polyurethaan – lijmen. Belangrijk bij de
verlijming is dat de verwarming uitstaat tijdens het leggen of in de winter de temperatuur lager wordt gezet. Voor juiste verlijming dient de ondervloertemperatuur
minimaal 15ºC te zijn. Het opnieuw verwarmen dient volgens het protocol zoals hierboven is beschreven te gebeuren.

Vloerverwarming kan alleen bij houten vloerafwerkingen die hoogstens 18 mm dik zijn. De warmteweerstand van de vloerafwerking zelf mag hoogstens 0,16 M² K/W voor
bijverwarming – en voor hoofdverwarming 0,13 M² K/W bedragen. De warmteoverdracht van het oppervlak wordt anders te laag om een gemiddelde kamertemperatuur te bereiken van +/- 21ºC.

( indicaties )
Mozaïek, Engels verband, Patroonvloeren                            ± 0,04 m² K/W
Equi parket 14 – 15 mm                                                                   ± 0,10 m² K/W
Tapisvloer 6 mm op 8 mm mozaïek                                           ± 0,10 m² K/W
Bourgognevloer 9 mm op 8 mm mozaïek                                ± 0,12 m² K/W

Uit bovenstaande indicaties blijkt dat hoe dunner de parketvloer is, hoe meer warmte
wordt doorgelaten. Exacte cijfers zijn afhankelijk van de gekozen houtsoort.

Parketvloeren worden teruggedroogd tot een vochtpercentage van 7 – 9%. Dit houtvochtpercentage is in evenwicht met een luchtvochtigheid van 50% – 60%. Bij
een verandering in luchtvochtigheid zal het houtvochtpercentage veranderen. Verandering van houtvochtpercentage impliceert dat het hout krimpt of uitzet.
U kunt zich voorstellen dat eenzijdige verwarming van de onderkant van de vloer het hout vanaf de onderkant uitdroogt. Luchtvochtigheid moet dus in theorie worden
toegevoegd, om zo het evenwicht te behouden en er dus geen (of minder) krimpnaden kunnen ontstaan. Veelal is het verstandig dit middels een luchtbevochtiger te realiseren!

Vraag de installateur naar de exacte specificaties van het systeem, dit in verband met o.a. voldoende verwarmingscapaciteit De vraag hierbij is of de
oppervlaktetemperatuur van 28°C voldoende is voor het bereiken van de gewenste ruimtetemperatuur en er eventueel radiatoren moeten worden bijgeplaatst.
Indien men geen radiatoren wenst kan er als aanvulling wandverwarming worden toegepast.

Bij voorkeur mozaïekachtige of Equi vloeren op vloerverwarming toepassen. Het systeem direct verlijmen op cementdeklaag. Traditioneel parket 6 – 9 mm
op spaanplaat 12 mm: hierbij treedt mogelijk lichte naadvorming op, dit parket heeft een hogere warmtegeleidingsweerstand (Rc waarde). Beter is om te werken op eiken ondervloermozaiek van 8 mm.
Naadvorming kan worden beperkt door de luchtvochtigheid op peil te houden, eventueel gebruik maken van een luchtbevochtiger. Raakt u niet in paniek als er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch krimpnaadjes ontstaan. Deze zullen, wanneer u de verwarming niet gebruikt, (en de luchtvochtigheid weer de normale waarden aanneemt) weer grotendeels verdwijnen.
Gebruik “rustige” houtsoorten, zoals Teak, Afzelia, Eiken, Kambala, Afrormosia, Panga-Panga, Wengé, Merbau of Padoek. Wanneer u werkt met bourgogne, deze liever niet breder dan 14 cm breed in de al genoemde houtsoorten. Wij gaan er vanuit u hiermee een goed beeld te hebben gegeven over de wetenswaardigheden die op dit moment bij ons bekend zijn betreffende
vloerverwarming in combinatie met parket. Het kan u wellicht helpen om, samen met uw klant, een mooie parketvloer uit te zoeken op een verwarmde ondervloer en daarmee een hoop comfort en warmte te ervaren. Zie voor de meest gestelde vragen en antwoorden over parket en vloerverwarming. www.wth.nl